Laatste update: 15-9-2025 08:26 uur
Welkom in klas 8 van de Vrijeschool. Voor het vak Duits gaan we verder waar we aan het einde van klas 7 zijn gebleven. Dit jaar staat vooral in het teken van spreken. Op deze pagina tref je alle informatie over opdrachten, toetsen en de planning tot aan de herfstvakantie.
A (vs8cp1a) woordjestoets 1
Hoe meer woordjes je kent, hoe sneller je Duits leert spreken. We oefenen dus regelmatig met woordenlijsten die ik tijdens een toets overhoor. Kijk in de planning om te zien wanneer deze toets is. (Ergens in de week van 6 tot 10 oktober).
Het gaat om de de woordjes uit Trabitour deel B pagina 40, Wörterliste A en B
1 der Montag - de maandag
2 der Dienstag - de dinsdag
3 der Mittwoch - de woensdag
4 der Donnerstag - de donderdag
5 der Freitag - de vrijdag
6 der Samstag - de zaterdag
7 der Sonntag - de zondag
8 der Lehrer - de docent
9 die Lehrerin - de docente
10 die Pauze - de pauze
11das Fach - het vak
12 aufpassen - opletten
13 Biologie - biologie
14 Chemie - scheikunde
15 denn - want
16 English - Engels
17 Erdkunde - aardrijkskunde
18 Französisch - Frans
19 Freundlich - vriendelijk
20 Geschichte - geschiedenis
21 Mathe - wiskunde
22 rechnen - rekenen
23 der Schüler - de leerling (m)
24 der Unterricht - de les
25 die Gesamtschule - de scholengemeenschap
26 die Grundschule - de basisschool
27 die Hauptschule - het VMBO
28 die Klasse - de klas
29 die Klassenarbeit - het proefwerk
30 die Minute - de minuut
31 die Note - het cijfer
32 die Realschule - de havo
33 die Schulerin - de leerling (v)
34 die Schule - de school
35 die Stunde - het uur
36 die Tafel - het schoolbord
37 Übung - de oefening
38 Zensur - het cijfer
39 das Gehirn - de hersenen
40 das Gymnasium - het vwo
40 halb eins - half 1
42 jemand - iemand
43 lernen - leren
44 stimmen - kloppen
45 viertel nach - kwart over
46 viertel vor - kwart voor
B (vs8cp1b) interview over Duits
Je houdt een interview (vraaggesprek) met iemand uit je omgeving die regelmatig in Duitsland is (geweest). Bijvoorbeeld voor werk, studie, boodschappen of familiebezoek. Dit kan bijvoorbeeld je vader, moeder, oom, tante, oma, opa of iemand anders zijn die je kent. Let op: het moet een volwassene zijn. Een klasgenoot of leeftijdsgenoot telt dus niet! Dit interview neem je op met je telefoon en daarna stuur je het mij. Jij hoeft niet perse in beeld (mag wel) maar diegene die je interviewt wel. JE MAG DEZE OPDRACHT IN JE EENTJE DOEN, MAAR OOK SAMEN, MAXIMAAL MET TWEE PERSONEN. In dat geval kies je samen één iemand die je interviewt. Je stelt dan om beurt een vraag
Je stelt de volgende vragen (LET OP: DEZE VRAGEN STEL JE OOK ECHT IN HET DUITS. Diegene die je interviewt mag gewoon antwoorden in het Nederlands. Als de vraag niet wordt begrepen, mag je de vraag daarna ook nog een keer in het Nederlands stellen.
1 Welche deutsche Stadt hast du schon einmal besucht und was ist dir davon in Erinnerung geblieben?
(Welke Duitse stad heb je wel eens bezocht en wat heb je daarvan onthouden?)
2 Kannst du einen deutschen Sänger oder eine deutsche Sängerin nennen und ein Lied, mit dem er oder sie bekannt geworden ist? (Kan je een Duitse artiest noemen en plus een nummer waarmee hij of zij bekend is geworden?)
3 Kannst du drei bekannte deutsche Wörter nennen und sagen, was sie bedeuten?
(Kan je drie bekende Duitse woorden noemen en zeggen wat ze betekenen?)
4 Was hat Deutschland zu bieten, was es in den Niederlanden nicht gibt?
(Wat heeft Duitsland te bieden wat je in Nederland niet hebt? (bv eten, spullen, dingen die daar wel mogen en hier niet of natuur)
5 Hattest du früher Deutsch in der Schule? Wenn nein, findest du das schade? Wenn ja, was ist dir davon in Erinnerung geblieben?
(Heb jij vroeger Duits gehad op school? Zo nee, vind je dat jammer? Zo ja, wat heb je daarvan onthouden?)
6 Was sollten Kinder im Deutschunterricht wirklich lernen?
(Wat zouden kinderen echt moeten leren bij de lessen Duits?)
7 Hast du früher manchmal deutsches Fernsehen geschaut? Wenn ja, welche Sendungen?
(Keek je vroeger wel eens naar de Duitse televisie? Zo ja, welke programma's?)
8 Je stelt een eigen bedachte vraag die met Duitsland te maken heeft
(Deze mag je helemaal in het Nederlands stellen).
Je filmpje duurt ongeveer 3 minuten en bij de beoordeling let ik op:
- zitten alle vragen erin? Ook je eigen bedachte vraag?
- heb je nagedacht over waar je interview houdt? (Rustige plek met voldoende licht en geen achtergrondgeluiden)
- Toon je echt interesse in de antwoorden? Je mag tussendoor best een extra vraag stellen als iets je niet helemaal duidelijk is
- de deadline, lever je filmpje op tijd in (uiterlijk op woensdag voor de herfstvakante. Je kan je filmpje sturen via Teams of mailen naar y.dragtsma@arentheemcollege.nl)
Doel van deze opdracht is dat je meer leert over Duitsland, de Duitse taal en cultuur. Zie HIER voor een filmpje van vorig jaar. Deze kreeg een hele goede beoordeling.
___________________________________________________________________________________________________________________________
C (vs8cp1c) Mondeling: jezelf voorstellen
Je hebt elke periode een mondelinge toets. Dit doe je omdat spreken veruit het belangrijkste is bij het leren van en taal. In deze eerste mondeling leer je om jezelf voor te stellen. Jij leert het nu volgende gesprek uit je hoofd. Tijdens het mondeling doe jij de rol van de LEERLING en ik de rol van de DOCENT.
Wie geht es dir?
(Hoe gaat het met je?)
Mir geht es gut
(Met mij gaat het goed)
Wie heißt du?
(Hoe heet je?)
Ich heiße ….
(Ik heet …)
Wie alt bist du?
(Hoe oud ben je?)
Ich bin ... Jahre alt
(Ik ben ... jaar oud)
Wo wohnst du?
(Waar woon je?)
Ich wohne in ...
(Ik woon in .....)
Was sind deine Hobbys?
(Wat zijn je hobby’s)
Meine Hobbys sind ...und ... (hiervoor zoek je uit hoe jouw hobbies in het Duits heten
(Mijn hobby's zijn ... en ...)
Danke und auf wiedersehen
(dank en tot ziens)
Gerne, tschüß
(Graag gedaan, tot ziens)
Handige zinnen en woorden die je in de lessen Duits kan gebruiken (ook deze leer je voor deze mondelinge toets)
Ich habe eine Frage
(Ik heb een vraag)
Guten Morgen
(Goedenmorgen)
Können Sie mir helfen?
(Kunt u me helpen?)
Ich bin fertig
(ik ben klaar)
Darf ich bitte zur Toilette gehen?
(Mag ik naar de wc?)
Auf Wiedersehen
(Tot ziens)
___________________________________________________________________________________________________________________________
D (vs8cp1d) De koude Oorlog
Kultur und Geschichte; Berlin und die kalter Krieg (Berlijn en de koude oorlog)
Elke periode is er een themaweek. In die week zijn er geen gewone lessen, maar gaan we twee lessen aan de slag met een onderwerp dat te maken heeft met de Duitse taal, cultuur en geschiedenis. In deze periode is dat: Berlijn en de koude oorlog. Na deze week ken je de belangrijkste feitjes over deze belangrijke periode uit de Duitse geschiedenis. Zie ook DEZE video
Tijdens de eerste les leer je alles over de DDR en de Berlijnse muur, in de tweede les kijken we naar een Duitse film over de geheime dienst van dat land: Das Leben der Anderen.
Aan het einde van de periode, vlak voor de vakantie, maar je een tekening met als thema 'De Berlijnse Muur'. Hier mag alles: je mag de muur zelf tekenen, maar ook de mensen, de val, de protesten, de kunstuitingen op de muur, of jouw beeld bij dit onderwerp.
Wat er in elk geval op op moet:
De titel van je tekening: BV: Die Berliner Mauer, Mauerfall of een ander Duits woord/Duitse zin
De jaartallen 1961 tot 1989 (bouw en afbraak)
________________________________________________________________________________________________________________
E (vs8cp1e) SO woordjes
Wörterliste A und B (pagina 40)
_________________________________________________________________________________________________________________